Geschrokken kijken de reizigers naar de pratende uil. Obi kijkt hem doordringend aan. Hij heeft de uil al eerder gezien, maar kan zich niet herinneren waar.
De uil is ongeduldig en maakt de vier duidelijk dat ze nu echt hun weg moeten vervolgen. Ze hebben al lang genoeg geslapen. Als de vier niet meteen vertrekken begint de uil ze te pikken. Mopperend vervolgen ze hun weg en lopen achter de uil aan.
Na uren lopen komen ze bij een oeroud bos. De uil geeft instructies en vliegt, zonder de vragen van de vier te beantwoorden, weg. Ze zullen alleen verder moeten. Gelukkig geeft de magische kaart de route aan. Twee bomen van het bos buigen uitnodigend uiteen. Huiverend kijken de Ebbertjes naar het donkere en dichte bos. Na een diepe zucht stapt Jabi tussen de bomen door. De anderen volgen. In de verte klinken vreemde onheilspellende geluiden. Als Jabi achterom kijkt ziet ze dat de bomen weer tegen elkaar aan staan. Er is geen weg terug.
Zullen de vier levend uit dit vreemde bos komen?
Wordt vervolgd…
De Ebbertjes