Jabi sluipt in de richting van het geluid. Een stuk papier dwarrelt opvallend voor haar uit. Even ligt het papier stil. Als Jabi het probeert te pakken schiet het weg, tegelijk met een grote rat met zwarte snorharen. Jabi weet nog net een gil te onderdrukken en trekt haar hand snel weg. Ze huivert.
Ze loopt verder door de donkere en koude tunnels onder het kerkhof en komt uit in een vochtige ruimte. Jabi schijnt met haar fakkel en ziet dat de vijf kisten die daar staan opengebroken zijn en de inhoud ligt verspreid door de ruimte. Zuchtend ruimt ze de spullen op en vraag zich af wie van deze kisten op de hoogte was.
Ze doorzoekt de inhoud, maar heeft geen idee wat er weg is. Oude foto’s en spulletjes van haar voorouders. Wie heeft daar nou iets aan. Zodra ze een leren tas van de grond pakt ziet ze in haar ooghoek iets bewegen. Instinctief klemt ze de tas stevig vast. Van achter haar komt een witte waas razendsnel tevoorschijn. Hij duikt naar de tas, maar Jabi schrikt hier zo van dat ze het op een gillen zet. De waas gaat er als een speer vandoor en verdwijnt in de duisternis.
Jabi zakt trillend op de grond. Wie is die witte waas nu weer en wat wil hij met die tas?
Wordt vervolgd…
De Ebbertjes