De sleutel paste en de vier Ebbertjes vonden wat ze zochten.
Maar andere problemen stapelden zich op. Een monnik kwam zwaar gewond de kapel binnen strompelen. Een andere monnik bedreigde de vier en buiten verzamelde al het kwaad zich voor de uitgang van de kapel. Zwarte schimmen zweefden voor de deur en de zwarte gedaante stond klaar om aan te vallen.
De enige manier om weg te komen was via de geheime achterdeur, maar ook dat was niet zonder gevaar. Toch wisten ze zonder problemen het plein te bereiken, maar wat ze daar zagen deed hen huiveren. Gevechten tussen wolven, ander gespuis en mensen waren in alle hevigheid losgebarsten.
De vier vervolgden hun weg over het plein, tussen de vechtende menigte door. Met behulp van een klein meisje en een reus wisten ze de stad te verlaten. Maar was de reus wel te vertrouwen?
Wordt vervolgd…
De Ebbertjes