Er loert gevaar

De Ebbertjes doolden uren lang door het gangenstelsel van de slang en vonden uiteindelijk Kiri… en de slang. Sissend lag zij voor hen en beschermde Kiri. Na veel praten begreep de slang waar de Ebbertjes mee bezig waren en stelde voor de vier naar huis te brengen. Met grof geweld groef ze een tunnel naar het dorpje van de Ebbertjes en beukte door de vloer van het schuurtje van Tibbi.

Lotti, die hier aanwezig was, schrok zich rot van de kop van de slang en viel flauw. De slang kon niet lang blijven en gleed terug naar het koude land zodra de vier van haar rug waren gesprongen.
Toen Lotti weer bij kennis was vertelden de vier wat ze beleefd hadden. Lotti zweeg over hetgeen zij zelf had ontdekt over Tibbi en zijn geheime liefde. Moe van de reis gingen de Ebbertjes naar huis en vielen al snel in slaap.

Vanuit het magische bos keken de enorme wolf, Gosli en de schimmen naar de Ebbertjes. Graag zouden ze de Ebbertjes aanvallen, maar om het dorp stond een magisch schild waar zij niet doorheen kwamen. “Ooit komen ze weer buiten het dorp en dan grijpen we ze. Zorg dat alles klaar staat,” gromde de enorme wolf. Gosli knikte instemmend. In een flits verdwenen Gosli en de enorme wolf. De zwarte schimmen bleven achter en staarden naar het dorpje.

Wisten de Ebbertjes dat ze bespied werden?

Wordt vervolgd…

De Ebbertjes