Het wrak


Jabi landde met haar ballon midden in een waterput. Via een grot kwam ze op de zeebodem terecht. Een zware duikershelm op haar hoofd hielp haar adem te halen.

Haar gids onder water bleek een brutale doflijn te zijn. Hij bracht haar naar de plaatsen waar ze een sleutel moest vinden.

Maar eenmaal aangekomen op de eerste plek wachtte het kwaad al op haar. Een oud wrak omringd door zeeduivels lag voor haar. Zonder problemen lieten ze haar het wrak ingaan. Maar of ze er ooit uit zou komen was nog maar zeer de vraag.
Een leugenachtig visje lokte haar in de val. Een wilde achtervolging met roofvissen en een enge slang was het vervolg.

Toen ze eindelijk de slang had afgeschud stond ze oog in oog met de zwarte schimmen.

Vluchten leek onmogelijk.

Wordt vervolgd…

De Ebbertjes