De vulkaan


Obi vluchtte van de berg na een kennismaking met pratende stenen.

In de verte begon de vulkaan te rommelen. Met tegenzin ging Obi verder.
Maar de vulkaan was niet zijn grootste vijand. De hagedissen van Mij wachtten al op hem. Ze dreven hem het pad van de vulkaan op. Boven wachtte hem een nog grotere ramp. De enorme wolf, Gosli en de zwarte schimmen hadden het op hem voorzien.
Net op tijd dook hij weg toen de eerste lichtflits hem bereikte. Er was geen weg terug en Obi vreesde voor zijn leven.

Opeens verscheen de engel Gabi op de vulkaan. Tijdens de verwarring die toen ontstond vluchtte Obi de vulkaan in. De hagedissen volgenden hem.
Zodra Obi op de bodem van de vulkaan stond kwam deze laatste tot uitbarsting.
Grote rookwolken en gloeiend heet gesteente vergezeld van steekvlammen kwamen naar boven. Obi verdween in de rook als een geheimzinnige schim.

Wordt vervolgd…

De Ebbertjes