Een donkere grot


De rivier verdween in een grot. Kiri haatte grotten. Even overwoog ze om terug te gaan, maar iets onzichtbaars hield haar tegen.

In de grot was het donker en vanaf het plafond vielen griezels op haar. Ze glibberde over slangen, struikelde over opstapjes en krabbelde weer omhoog. De slangen verdwenen en spinnen verschenen. Na de spinnen volgden de kikkers. En toen was daar de stank… en de vleermuizen.

Ze was klaar met die enge grot tot ze betoverd werd door de kleine witte krabben. Ze voelde zich rustig en vergat alle griezels om zich heen.

Maar aan dat mooie moment kwam abrupt een einde. Zwarte schimmen schoten door haar lichaam. Alle ellende kwam weer terug.

Zou het Kiri lukken om deze aanval te overleven?

Wordt vervolgd…

De Ebbertjes