var _gaq = _gaq || []; _gaq.push(['_setAccount', 'UA-32916913-1']); _gaq.push(['_trackPageview']);
(function() { var ga = document.createElement('script'); ga.type = 'text/javascript'; ga.async = true; ga.src = ('https:' == document.location.protocol ? 'https://ssl' : 'http://www') + '.google-analytics.com/ga.js'; var s = document.getElementsByTagName('script')[0]; s.parentNode.insertBefore(ga, s); })();
Het eerste obstakel om uit het dorp te komen was het magische bos. Het leek een gewoon bos en we hadden geen idee. Met rugzakken vol spullen en een landkaart op zak vertrokken we vol goede moed.
Maar al snel werden we achtervolgd door iets. Schichtig keken we om ons heen, maar zagen niets. Wel voelden we de immense kou. We versnelden ons tempo. In een flits zagen we de zwarte schimmen. Ze zweefden snel dichterbij. We renden alsof ons leven er vanaf hing. In de verte zagen we licht. Even twijfelden we of we daarheen moesten gaan. Toch gingen we. De schimmen hadden ons bereikt en schoten door onze lichamen. De kou was ondragelijk. We verloren het plezier en de opwinding van de reis. Obi viel en kon niet meer verder. We grepen zijn armen en sleepten hem verder naar het licht. Daar zagen we dat het de paarse vlinders waren. Door hun licht bleven de zwarte schimmen op afstand. Geholpen door het licht gingen we verder. We wilden zo snel mogelijk het bos uit. Maar het bos wilde dat niet. De bomen hielden ons tegen. Ze versperden ons de weg, lieten ons struikelen en trokken met hun takken aan onze rugzakken. Maar de gedachte aan de zwarte schimmen en hun vreselijke kou zorgden ervoor dat we doorgingen. Vechtend tegen de bomen wisten we eindelijk de rand van het bos te bereiken.
We dachten dat we veilig waren, maar dat bleek niet zo te zijn. Dit was nog maar het begin van alle gevaren die we te wachten stonden.
Wordt vervolgd…
De Ebbertjes